Analyze / Inzichten / Politiek

21 oktober 2022

De parlementaire enquête gaswinning Groningen : Een terugblik

In maart 2019 besloot de Tweede Kamer op initiatief van Tom van der Lee (GroenLinks) tot een parlementaire enquête naar de aardgaswinning in Groningen. Het doel van de enquête was om inzicht te verkrijgen in de besluitvorming op cruciale momenten en om lessen te trekken voor de toekomst. De afgelopen maanden verhoorde de commissie 69 getuigen, uiteenlopend van gedupeerden, topambtenaren, CEO’s van oliemaatschappijen, tot de belangrijkste bewindspersonen zoals de minister-president. De verhoren zijn slechts een deel van het onderzoek, maar wel het meest zichtbare. De verhoren moesten duidelijk maken dat de gaswinning Nederland veel heeft gebracht, maar voor de gedupeerden ook schaduwkanten had, zoals voorzitter Van der Lee als inleiding bij elk verhoor herhaalde.   

De komende maanden werkt de enquêtecommissie aan haar eindrapport. Hierin worden de bevindingen uit het bronnenonderzoek, de werkbezoeken, de besloten voorgesprekken, de gevorderde documenten en de openbare verhoren verwerkt. In totaal vorderde de commissie ruim 600.000 documenten van 47 organisaties. Ook voerde ze 124 besloten voorgesprekken en is de commissie is in totaal 5 keer op werkbezoek geweest in Groningen en heeft daar 35 gedupeerden thuis gesproken. Het is nu de taak aan de commissie om de verklaringen die naar voren kwamen uit de verhoren, naast de analyse van de gevorderde stukken te leggen en op basis daarvan conclusies te trekken. De commissie zal naar eigen zeggen tot oordelen komen over het handelen van verantwoordelijken, maar ook aanbevelingen te doen voor de toekomst, waar het parlement en de regering mee aan de slag kunnen. Het rapport wordt naar verwachting in februari 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden. In het voorjaar zal er in de Kamer een debat worden gevoerd over de bevindingen.

De openbare verhoren centreerden zich rondom een aantal periodes of gebeurtenissen die van grote invloed waren op het verdere verloop van de gaswinning in Groningen. Voorbeelden hiervan zijn de aardbeving bij Huizinge in 2012, nog altijd de zwaarste aardbeving in Nederland ooit gemeten. De recordwinning in 2013. De daling van het productievolume in de jaren die daarop volgde. Het nulbesluit in 2018 en de pauzeknop op de versterking van de gebouwen in Groningen die daarmee gepaard ging. Ook bij de kennisopbouw over de ondergrond, of het gebrek daaraan in de periode voor 2012 werd uitvoerig stilgestaan.

Kennisopbouw voor en na 2012

Tijdens de eerste weken van de openbare verhoren kwamen er een aantal wetenschappers aan het woord, onder wie geologen Hans de Waal en Hans Roest. Beiden waarschuwden al ruim voor de beving in Huizinge van 2012 voor de risico’s van de gaswinning. Tijdens de verhoren spraken zij van een “tunnelvisie”. Ze verklaarden dat alle partijen die betrokken waren bij de gaswinning in Groningen de risico’s op gebied van bodemdaling en gaswinning jarenlang flink hebben onderschat. Zowel De Waal als Roest belanden later in hun carrière bij het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Zij troffen daar een organisatie die over weinig kennis van seismiciteit beschikte, hier was namelijk het KNMI voor. Toen het KNMI na de beving bij Huizinge onvoldoende onderzoek opstartte besloot het SodM dit zelf te doen. De organisatie kwam al snel tot de conclusie dat het veiligheidsrisico in Groningen groter was dan daarvoor werd gedacht. Deze conclusie werd echter niet 1,2,3, overgenomen. De andere kennisautoriteiten op die gebied, waaronder het KNMI konden zich niet meteen vinden in de bevindingen van het SodM.

Ook de overheid was van mening dat ze in 2012 te weinig wist om een besluit te nemen over de hoogte van de gaswinning. Het advies van het SodM om de gaskraan zo snel en zo ver als realistisch mogelijk dicht te draaien, werd niet direct opgevolgd en er werd een jaar met onderzoeken ingesteld. Volgens toenmalig Directeur-Generaal Energie Mark Dierikx gebeurde dit vooral omdat er geen goed zicht bestond op de gevolgen van een productievermindering voor de leveringszekerheid.

De beving in Huizingen in 2012, recordwinning in 2013

Een van de hoofdvragen van de commissie was: hoe kon het gebeuren dat het jaar na de zware aardbeving bij Huizinge de winning een recordhoogte bereikte? Een groot complot tegen Groningen kwam niet aan het licht. Niemand besloot de kraan nog snel flink open te draaien in 2013. Echter greep ook niemand in. De hoge winning in 2013 was het gevolg van het ongewijzigd laten van de productiefilosofie waar het gasgebouw al sinds zijn oprichten mee werkte: maximalisatie van de waarde van het gas uit Groningen. Een combinatie van factoren zorgde ervoor dat de winning in 2013 hoger uitviel dan in was  begroot. Van deze prognose werd de minister van Economische Zaken, Henk Kamp, in mei 2013 op de hoogte gesteld, nadat GasTerra aan de bel trok. Ambtenaren op het ministerie van EZ raadden hem aan niet tussentijds in te grijpen, maar te wachten op de uitkomst van veertien onderzoeken die Kamp had uitgezet. Tijdens zijn verhoor gaf Kamp aan daar nu spijt van te hebben. Dit bleek niet de enige keer te zijn geweest dat topambtenaren op het ministerie van EZ een grote vinger in de pap hadden in het gasdossier. Vreemd was dit wellicht niet, omdat de Directeur Generaal Energie als overheidsvertegenwoordiger zitting nam in verschillende Colleges binnen het gasgebouw. Wel is er tijdens de verhoren gebleken dat ambtenaren de minister hierover niet altijd goed op de hoogte hielden. Zo was Kamp er niet van op de hoogte dat GasTerra eind 2012 al een berekening had gemaakt over hoeveel de productie in theorie verlaagt kon worden.

Productievermindering vanaf 2024

Vanaf 2014 besloot de overheid het toen bestaande meerjarig productieplafond los te laten, maar elk jaar een nieuw productieplafond vast te stellen. Eind 2013 adviseerde het SodM om de winning terug te brengen naar 40 miljard kuub in 2014. De toenmalige minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vond de onderbouwing van dit getal echter onvoldoende sterk. Tevens verklaarde hij dat de gevolgen voor de begroting groot zouden zijn. Ondanks het feit dat minister Kamp het advies van het SodM wilde overnemen, drong Dijsselbloem aan op een getrapte verlaging: in 2014 en in 2015 naar 42,5 miljard kuub per jaar en in 2016 naar 40. Kamp ging uiteindelijk akkoord met dit voorstel. Ook hierover verklaarde in zijn verhoor dat hij achteraf graag een ander besluit had genomen. Wat volgde was een aantal jaar met veel onduidelijkheid over de hoogte van de productieplafonds. Meermaals werd het plafond gedurende het gasjaar gewijzigd of werd het winningsbesluit vernietigd door de Raad van State. Totdat de nieuwe minister van EZK, Erik Wiebes, na een zware aardbeving bij Zeerijp bij de start van 2018 besloot dat de gaskraan in 2030 dicht zou gaan. Tegelijkertijd werd door deze beslissing de versterkingsoperatie in Groningen gepauzeerd. Dat de versterking van huizen vervolgens nooit meer helemaal uit het slop raakte, lag volgens Wiebes niet aan de pauzeknop die hij had ingedrukt, maar doordat hij zich liet verleiden tot gepolder met regionale bestuurders. Uit verhoren met regionale bestuurders bleek dat zij deze kwalificatie niet onderschreven.

Het Gasgebouw

Het gasgebouw kreeg tijdens de verhoren veel kritiek te verduren. Van bewindspersonen tot afgevaardigden van de oliemaatschappijen, iedereen bestempelde het gasgebouw als onvoldoende transparant. Ook zou er te weinig oog voor de veiligheid zijn geweest. Huidig staatssecretaris Mijnbouw Hans Vijlbrief verklaarde dat het gasgebouw was ingericht om gas te produceren en de waarde van de dit gas te maximaliseren. Dat heeft lang goed gewerkt, maar veiligheid speelde toen geen rol en bleek later lastig in te passen. Het gegeven dat de overheid een plek aan de vergadertafel had, wilde niet automatisch zeggen dat het publieke belang was geborgd. Mocht er weer een publiek-private samenwerking worden opgetuigd moet deze transparanter zijn dan het gasgebouw en moet de regio een grotere stem hebben, zo stelt Marian van Loon van Shell aan het eind van haar betoog. Van de hechte samenwerking tussen de oliemaatschappijen en de overheid binnen het gasgebouw lijkt momenteel weinig over. Zo lopen er verschillende arbitragezaken tussen de ‘olies’ en de Staat. De veranderende geopolitieke situatie en het feit dat het Groningenveld vanaf komend jaar op de waakvlam staat, zorgen ervoor dat Vijlbrief tijdens zijn verhoor liet weten de gesprekken opnieuw te willen opstarten.

De parlementaire enquêtecommissie bestaat uit de Peter Kwint (SP), Stieneke van der Graaf (ChristenUnie), Judith Tielen (VVD), Anne Kuik (CDA), Barbara Kathmann (PvdA), Hülya Kat (D66) en heeft Tom van der Lee (GroenLinks) als voorzitter. Meer weten over de parlementaire enquête of hulp nodig met het duiden van de informatie uit de verhoren voordat het eindrapport van de enquêtecommissie verschijnt? Neem dan contact op met parlementaire.enquete@publiekezaken.eu.  

Geschreven door:

Verder lezen