De EU voerde in 2005 het allereerste emissiehandelssysteem voor broeikasgassen in: het European Union Emission Trading System of kortweg EU ETS. Met een omvang van bijna 50% van de totale broeikasgasuitstoot van de EU wordt het vaak de hoeksteen van het Europese klimaatbeleid genoemd. Onder het EU ETS vallen de elektriciteitssector, de zware industrie en continentale vluchten. De zware industrie bestaat op zijn beurt bijvoorbeeld uit bedrijven in de chemische-, metaal- en steenindustrie.
Het EU ETS is inmiddels bijna twintig jaar in werking. In deze twintig jaar heeft het systeem een aantal ingrijpende economische, politieke en maatschappelijke veranderingen doorstaan. Zo hadden we in 2008 te maken met een wereldwijde economische crisis, werd in 2015 het Parijsakkoord getekend, waarna het mondiale klimaatbeleid pas echt in een stroomversnelling kwam, en hadden we in 2020 te maken met een pandemie. In al die tijd bleef de kern van het EU ETS overeind: Uitstoot is beprijsd en de broeikasgasuitstoot van ETS-sectoren daalt naar nul.
Een (internationaal) emissiehandelssysteem met een afnemend aantal emissierechten is een van de meest kostenefficiënte manieren om uitstoot te verminderen. Een van tevoren vastgesteld afnemend emissieplafond biedt bedrijven zekerheid dat uitstoot in de gehele sector naar nul moet. Tegelijkertijd kunnen deelnemende partijen onderling emissierechten verhandelen, waardoor er een prijs ontstaat voor emissierechten. Die prijs zorgt ervoor dat de uitstoot gereduceerd wordt, daar waar dat het goedkoopst kan. Bovendien worden emissierechten steeds schaarser. Dat zorgt ervoor dat er vanuit de aanbodkant op de markt een opwaartse prijsdruk ontstaat. In navolging van de EU hebben inmiddels ook andere landen en regio’s in verschillende werelddelen een emissiehandelssysteem voor reductie van broeikasgassen opgetuigd.
Op dit moment is het beleidskader zo dat er vanaf 2040 geen emissierechten meer uitgegeven worden. Het systeem is dus al zo’n twintig jaar actief, en zal volgens de huidige plannen nog zeker vijftien jaar dienst doen. Het emissieplafond van het systeem daalde nog nooit zo hard als nu. Er komen in het huidige debat ook al stemmen op voor een levensduurverlenging van het emissiehandelssysteem na 2039. Hierdoor kan er op termijn een markt ontstaan voor negatieve emissies.
Het EU ETS heeft in twintig jaar tijd een onmisbare bijdrage geleverd aan de energietransitie. Het systeem heeft ervoor gezorgd dat de goedkoopste mogelijkheden voor emissiereductie hebben plaatsgevonden. Dat betekent inherent ook dat de noodzakelijke duurdere keuzes voor emissiereductie nog moeten plaatsvinden. De emissieprijs is hierin sturend. Vanaf 2027 zal een tweede, losstaand emissiehandelssysteem in werking treden: ETS-2. Dit emissiehandelssysteem zal toezien op de emissiereductie van de transportsector, de gebouwde omgeving en de kleinere industrie.
Dit themarapport geeft een overzicht van de historische beleids- en prijsontwikkelingen van het EU ETS. Daarnaast wordt duiding gegeven aan de verduurzaming binnen het EU ETS en wat mogelijke implicaties zijn voor de markt. Tot slot wordt inzicht gegeven in de ontwikkelingen met betrekking tot ETS-2.