Urgentie voor flexibele energieproductie neemt richting 2030 rap toe
Het leveringszekerheidsrapport van TenneT (mei 2024) waarschuwt voor mogelijke problemen met de leveringszekerheid van elektriciteit in Nederland in 2033. Dit komt door een combinatie van een groeiende elektriciteitsvraag en een groter aandeel zon- en windenergie in de elektriciteitsmix. De afname van regelbaar productievermogen, zoals gascentrales, en het beperkte aanbod van andere vormen van flexibiliteit dragen bij aan deze dreiging. Dit probleem is ook zichtbaar in andere Noordwest-Europese landen, wat de urgentie vergroot om dit vraagstuk te adresseren.
In de huidige situatie vormen kolen- en gascentrales het belangrijkste regelbare vermogen. Echter, door het verbod op kolenenergie vanaf 2030, zal Nederland in 2033 afhankelijk zijn van hernieuwbare energie, import uit omringende landen, gascentrales en batterij-opslag om in de vraag te voorzien. De verwachting is dat er in 2033 ongeveer 9 GW aan gascentrales operationeel zal zijn, een daling van de huidige 12,5 GW. Het risico bestaat dat het aantal beschikbare gascentrales min of meer gelijktijdig zal afnemen, wat de leveringszekerheid ernstig zou kunnen bedreigen.
Het TEACOS-model, gebruikt in het rapport, berekende dat Nederland 23 GW regelbaar vermogen nodig heeft in 2033, oftewel 37,6 TWh op jaarbasis (gedurende 3.798 uur). Dit betekent dat Nederland voor 40% van de tijd afhankelijk zal zijn van import, gascentrales of industriële vraagsturing. De interconnectiecapaciteit voor import is met 13,8 GW een belangrijke bron, maar de beschikbaarheid van import op momenten van schaarste is niet gegarandeerd door concurrentie van andere landen en geopolitieke risico’s.
Batterijcapaciteit wordt gezien als een aanvullende oplossing, maar kan slechts voor korte periodes bijdragen en is beperkt door technische- en marktonzekerheden. De resterende behoefte aan regelbaar vermogen moet worden opgevangen door gascentrales, aangezien de andere opties onvoldoende capaciteit bieden.
De kosten van afschakeling of het verplaatsen in de tijd van industriële productie, vooral wanneer het verplicht wordt, kunnen hoog oplopen en negatieve gevolgen hebben voor bedrijven en huishoudens. In omringende landen zijn capaciteitsmechanismen ingevoerd, waarbij beschikbaarheid wordt beloond. Deze optie zou in Nederland ook kunnen helpen om leveringszekerheid te waarborgen tegen lagere maatschappelijke kosten.
Het rapport beveelt aan om een “verzekeringspremie” te creëren voor het beschikbaar houden van regelbaar productievermogen, vooral in de vorm van gascentrales, via bijvoorbeeld een capaciteitsmechanisme. Dit zou moeten helpen om te voorkomen dat Nederland afhankelijk wordt van onbetrouwbare import en de dure optie van vraagsturing. Daarnaast wordt geopperd om breder te kijken naar leveringszekerheid, waarbij niet alleen de kosten van vraagsturing maar ook de impact op waardeketens, investeringen en de betaalbaarheid van energie voor huishoudens en bedrijven wordt meegewogen.
Dit rapport is geschreven door Publieke Zaken, Energy Research & Strategy en Quo Mare in opdracht van Engie Energie Nederland NV.