De onderhandelingen rond de Voorjaarsnota zijn in volle gang. De wensen zijn groot, het beschikbare budget is klein. Ondertussen kijkt de Nederlandse industrie, die economisch in zwaar weer zit, reikhalzend uit naar beleidsontwikkelingen rondom energie en klimaat.
In de industriesector is de nationale CO2-heffing al een tijd een gevoelige kwestie. Deze nationale heffing zou de verduurzaming van de industrie moeten versnellen en zo de klimaatdoelen van 2030 dichterbij brengen. Terwijl twijfels bestaan over de effectiviteit van het instrument ten aanzien van CO2-reductie, zorgt het voor een forse kostenpost bij de Nederlandse industrie.
De samenhang van het Nederlandse klimaatbeleid, waar de nationale CO2-heffing onderdeel van uit maakt, is te veel gebaseerd op de verwachting van stijgende ETS-prijzen. Een ontwikkeling die allerminst zeker blijkt. Lagere ETS-prijzen vormen, ironisch genoeg, een groot (en onderbelicht) risico voor de levensvatbaarheid van de Nederlandse industrie.
De nationale CO2-heffing speelt in feite de rol van een risico-indekking van de overheid voor het halen van klimaatdoelen tegen lagere ETS-prijzen. De vraag is of dat in het huidige economische speelveld nog steeds verstandig is, gegeven dat de industrie deze risicopremie betaalt.
In een tijd waar zowel het halen van de klimaatdoelen, als de levensvatbaarheid van de industrie onder druk staan, staat het kabinet voor een cruciale keuze rond de afschaffing van deze heffing. Afschaffing van de heffing vergt moed, maar ook steeds meer urgentie.
De volledige update is te downloaden via onderstaande knop.