Column Hans van Cleef: De wereld is gelukkig niet zwart-wit

De Amerikaanse minister Howard Lutnick (Handel) besloot afgelopen donderdag per direct het offshore windproject Empire Wind Project stop te zetten. Het 810 MW grote offshore windpark zou bestaan uit 54 windmolens van elk 15 MW en ligt ten zuidoosten van Long Island. Het zou het eerste park worden dat direct aan het New Yorkse elektriciteitsnet levert. Totdat de Trump administratie dus anders besloot en de bouw per direct stillegde. Een opvallende ontwikkeling, het offshore windproject is immers al vergund en gefinancierd. Het Noorse energiebedrijf Equinor is hoofdaannemer van het project, en Nederlandse monopilebouwer SIF was al druk aan het produceren. Of dat zomaar kan wordt voer voor de juristen.

De reden van het stilleggen was het zogenaamd ‘mogelijk’ te snel afgeven van een vergunning onder de Biden administratie. Dit moet nu eerst onderzocht worden. Het is echter geen geheim dat Trump en zijn gevolg überhaupt geen fan zijn van windenergie, of de energietransitie. Het belangrijkste van deze ontwikkeling is echter dat op dit moment een bestaand – of toekomstig – contract met de Amerikaanse overheid geen enkele zekerheid meer biedt. Het zet de betrouwbaarheid van de Amerikaanse overheid gelijk met menig ontwikkelingsland en botst daarmee frontaal, opmerkelijk genoeg, met Trumps’ wens voor meer investeringen in zijn land.

Handelstarieven maskeren de tweestrijd
De zienswijze van de Trump administratie is er een van zwart-wit denken. Je bent voor of tegen iets. En in het geval van handelsrelaties, lijkt het in de Amerikaanse visie alsof iedereen tegen de VS is, en hen pertinent een loer probeert te draaien. Niet voor niets strooit Trump met handels- of importtarieven alsof het pepernoten zijn. Nagenoeg iedereen wordt geraakt. Een zienswijze die past bij de huidige tijd van polariseren en uitsluiten.

De uitgangspunten zijn daarnaast van een kinderlijk simpel niveau, iets dat het zwart-wit denken bevestigt. Iedere nuance en complexiteit van internationale handel en diplomatie wordt platgeslagen tot goed-fout en/of voor-tegen. Een strategie waarmee deze administratie probeert investeringen naar het land te trekken, handelsbalansen te balanceren en de Chinese invloedsfeer te beperken. Want dat is een groot achterliggend doel, de geopolitieke confrontatie zoeken met die andere -steeds meer opkomende – wereldmacht: China.

Dat zo’n confrontatie er een keer aan zat te komen is niet verrassend. De timing, het tempo, en vooral de manier waarop des te meer. Maar China lijkt er klaar voor. In tegenstelling tot de rest van de wereld, die in meer of mindere mate in razend tempo een deal probeert te sluiten met de VS en compleet verrast lijkt door deze plotselinge confrontatie met onze grootste bondgenoot, kiest China voor de confrontatie. Een waarop het land zich al lang aan het voorbereiden is. Hoe dit gaat aflopen is ongewis. Dat het pijnlijk en langdurig kan worden, is zeker.

Europa, sta op!
In het zwart-wit denken, ligt de kans dat Europa – net als de rest van de wereld – gedwongen wordt om te kiezen. Ben je voor of tegen de VS? Iets dat in een vrijemarkt een onmogelijke keuze lijkt. Het vrijemarktprincipe gaat uit van een keuze voor hoogste efficiëntie en laagste kosten voor productiviteit. En dat zal zeker niet altijd de VS zijn. Zoals dat ook niet altijd in Europa zal zijn. Hoewel vanuit strategische overwegingen enige exposure in de VS of in Europa handig kan zijn, is risicospreiding in een zwart-wit wereld haast niet mogelijk.

En toch is dat waarschijnlijk de enige manier waarop de EU, als derde wereldeconomie, een vuist kan maken. Kan, want daarvoor moet er nog wel heel wat gebeuren. En snel! Want eenduidigheid, slagkracht en de wil om hier iets van te maken mist nog wel eens bij onze zevenentwintig leiders. Niets voor niets vinden wereldleiders het lastig schakelen met de EU. Kijkend naar de verschillende opgaven die voor ons liggen – zoals bijvoorbeeld de energietransitie – zijn handelsoorlogen en zwart-wit denken niet erg behulpzaam.

Gebrek aan samenwerking, doortastendheid en stabiel beleid wordt de EU nog wel eens verweten. Nationale overheden – inclusief de onze – des te meer. Maar in een wereld waarin we moeten opkomen voor onze belangen, of moeten kiezen tussen twee grootheden (en dat terwijl Poetin het Europese grondgebied blijft bedreigen), is het belangrijk wél te blijven kiezen voor die Europese kernwaarden. Die van samenwerking, efficiëntie en economische onafhankelijkheid. Eén waarin investeren in de toekomst loont en waarbij afspraak afspraak is.

Groener gras richting een sterk Europa
Terug naar de energietransitie en de industrie in Europa en Nederland. Het is zaak dat het bedrijfsleven dat nu hard roept om maatregelen ten behoeve van een gelijk speelveld kritisch blijft kijken naar de alternatieven. Het – in dit geval Amerikaanse – gras bij de buren is blijkbaar niet altijd groener. Beleidsvorming in Europa is soms traag, en op nationaal niveau wispelturig, maar de westerse waarden gelden hier gelukkig nog wel.

De Europese politiek is gebaat bij duidelijke en snellere keuzes die het investeren in de transitie rendabel maken. Door bedrijven een toekomst te bieden in Europa – en dus ook in Nederland – voorkom je straks te moeten kiezen tussen de VS en China. Dit helpt niet alleen de transitie vooruit, maar ook een sterk Europa bouwen in een escalerend geopolitiek speelveld.

Deze column is geschreven op persoonlijke titel.

Verder lezen?

Neem contact op met Hans van Cleef of Bart van der Pas om de volledige Marktupdates te ontvangen.