De alarmbellen rinkelden flink in de afgelopen week. Diverse nieuwsartikelen waarschuwden voor hetzelfde: tekorten in de energievoorziening. De Trias Energetica komt onder druk te staan. Dat houdt in dat niet alleen de leverings-/voorzieningszekerheid gevaar loopt, ook de betaalbaarheid neemt af, en de verduurzaming kan verder vertragen. Daarom is veel actiever sturen op verandering van de vraag naar energie volgens Hans van Cleef de veiligste manier om de energietransitie te laten slagen.
In de Financial Times stond op 26 augustus een waarschuwing vanuit ExxonMobil. De Amerikaanse olieproducent kwam met zijn prognose voor de olievraag in 2050. Volgens ExxonMobil zal de mondiale olievraag in 2050 nagenoeg gelijk zijn aan het niveau van vandaag, meer dan 100 miljoen vaten per dag.
Investeringen in de olieproductie staan flink onder druk, zeker bij de beursgenoteerde oliemajors. Aan de ene kant zien we druk vanuit (activistische) aandeelhouders en beleidsmakers (minder vergunningen) die zorgt voor minder investeringen in exploratie. Aan de andere kant zien we ook de hogere kosten (arbeid, materiaal) en het gegeven dat er steeds minder langetermijnprojecten worden opgestart en dat de focus ligt op een korte terugverdientijd.
“De vraag naar olie neemt volgens de OPEC minder snel af dan het aanbod”
Het Internationaal Energieagentschap (IEA) is een van de weinige partijen die de vraag naar olie rond 2030 al ziet pieken, en richting 2050 ziet dalen tot 55 miljoen vaten per dag. BP is iets voorzichtiger met een raming van een daling tot 75 miljoen vaten per dag in 2050. ExxonMobil is daarentegen een van de weinige commerciële partijen die de eerder gehoorde boodschap over zorgen wat betreft toekomstig aanbod zo expliciet naar buiten brengt. Eerder gaven het Energy Information Administration (EIA) en de Organisatie voor Petroleum Exporterende Landen (OPEC) vergelijkbare signalen af. De vraag naar olie neemt volgens hen minder snel af dan het aanbod. OPEC noemde de ramingen van het IEA zelfs ‘gevaarlijk commentaar’.
Het gevolg van een minder snel dalende vraag ten opzichte van de daling in het aanbod is tweeledig: het leidt tot tekorten en daarmee tot mondiaal hogere prijzen. Volgens ExxonMobil zou de olieprijs kunnen verviervoudigen ten opzichte van vandaag (USD 80/vat). Met alle gevolgen voor de economie en de voorzieningszekerheid van dien.
Het Internationaal Energieagentschap (IEA) is een van de weinige partijen die de vraag naar olie rond 2030 al ziet pieken, en richting 2050 ziet dalen tot 55 miljoen vaten per dag. BP is iets voorzichtiger met een raming van een daling tot 75 miljoen vaten per dag in 2050. ExxonMobil is daarentegen een van de weinige commerciële partijen die de eerder gehoorde boodschap over zorgen wat betreft toekomstig aanbod zo expliciet naar buiten brengt. Eerder gaven het Energy Information Administration (EIA) en de Organisatie voor Petroleum Exporterende Landen (OPEC) vergelijkbare signalen af. De vraag naar olie neemt volgens hen minder snel af dan het aanbod. OPEC noemde de ramingen van het IEA zelfs ‘gevaarlijk commentaar’.
Het gevolg van een minder snel dalende vraag ten opzichte van de daling in het aanbod is tweeledig: het leidt tot tekorten en daarmee tot mondiaal hogere prijzen. Volgens ExxonMobil zou de olieprijs kunnen verviervoudigen ten opzichte van vandaag (USD 80/vat). Met alle gevolgen voor de economie en de voorzieningszekerheid van dien.
“Nieuwe capaciteit aan hernieuwbare energie is niet op tijd beschikbaar, terwijl kolen- en gascentrales worden gesloten of omgebouwd.”
De International Gas Union (IGU) gaf aan een serieus gat te zien tussen de door beleidsmakers gehanteerde scenario’s van (opnieuw) het IEA en de door hen gebruikte scenario’s gebaseerd op historische consumptiepatronen. De IGU waarschuwt voor tekorten rond 2030. Sterker, volgens de secretaris-generaal van de IGU zou onderschatting van de gasvraag – en het daardoor niet voldoende investeren in exploratie en infrastructuur – kunnen leiden tot een serieuze mondiale energiecrisis.
Er worden vanaf 2026 flink wat nieuwe LNG-projecten afgerond in zowel Qatar als in de Verenigde Staten. Dit zal een deel van de toenemende gasvraag kunnen opvangen. Daarnaast wil Europa de afhankelijkheid van Russisch gas verder afbouwen. Dat geeft juist weer druk op het aanbod, vooral omdat dit niet een-op-een naar Azië kan worden verscheept. De markten houden momenteel nog geen rekening met tekorten vanaf 2030, maar helemaal ondenkbaar is de waarschuwing van het IGU zeker niet.
Weer twee dagen later stond er een uitgebreid interview met Harry Talen, de CEO van Engie Nederland, in de Telegraaf. U raadt het al, ook hier werd gewaarschuwd voor tekorten. Nieuwe capaciteit aan hernieuwbare energie is niet op tijd beschikbaar, terwijl kolen- en gascentrales worden gesloten of omgebouwd. De komende vijf jaar zou er veel capaciteit uit de markt verdwijnen. Iets dat enige tijd geleden in de Monitor Leveringszekerheid van TenneT, dat ook suggereerde dat er mogelijk tekorten optreden na 2030, al aangegeven werd.
“Hogere rentes leiden tot druk op de investeringen in de energiemarkten, en hebben daarmee een negatieve invloed op de snelheid van de energietransitie.”
Al eerder zagen we de problemen rond netcongestie en neemt de animo voor het bouwen van zonne- en windparken als gevolg van toenemende financiële risico’s af. Het gevolg is angst voor mogelijke tekorten aan elektriciteit op bepaalde momenten in de toekomst. En waar bij overaanbod nu de elektriciteitsprijzen steeds regelmatiger nul of negatief zijn, is er minder oog voor de mogelijke momenten dat de prijzen wel eens door het dak kunnen gaan schieten.
De zorgen rond het aanbod van energie zijn dus breed gedeeld. Een zorg die het gevolg is van het onderschatten van de mogelijke vraag naar energie. Voor olie en gas is dat een mogelijke overschatting van de afname van de vraag, waar voor elektriciteit het risico bestaat dat het een overschatting van het aanbod ten opzichte van de vraag betreft. In alle gevallen leidt het tot schaarste. Schaarste is niet goed voor de voorzieningszekerheid, en dus niet voor de prijs.
Een hogere prijs leidt tot inflatie. En zoals we de afgelopen jaren hebben gezien, leidt inflatie tot hogere rentes. Hogere rentes leiden tot druk op de investeringen in de energiemarkten (fossiel én duurzaam), en hebben daarmee een negatieve invloed op de snelheid van de energietransitie.
“Zonder vraag geen aanbod. Zonder vraag geen infrastructuur. Zonder veranderende vraag geen transitie.”
De oproepen die ik eerder noemde, kunnen makkelijk geframed worden als fossiele belanghebbenden. Toch nemen investeerders in olie en gas ook grote financiële risico’s. Risico’s die dit soort bedrijven gewend zijn, en ook passen binnen de transitie. Investeren die bedrijven teveel in olie en gas omdat de vraag zou afnemen? Dat is dan hun verkeerde inschatting in de transitie: marktrisico.
Balanceren is moeilijk. Te veel focus op een van de drie pijlers van de trias energetica leidt gegarandeerd tot het doorschieten in de balans naar een ongewenste situatie. Iets meer aandacht voor mogelijke onder-investeringen en de mogelijke gevolgen voor de voorzieningszekerheid en de energieprijzen is daarom geen overbodige luxe.
Om de duurzaamheidsdoelen te halen, zonder daarbij de voorzieningszekerheid onnodig op het spel te zetten en zonder de prijs te ver te laten oplopen, zou de focus van het klimaatbeleid daarom meer moeten liggen op de transitie van de vraag. Zonder vraag geen aanbod. Zonder vraag geen infrastructuur. Zonder veranderende vraag geen transitie. Actiever sturen op de vraagtransitie is mijns inziens de veiligste manier om de trias energetica in balans te houden. Bij de komende Miljoenennota ga ik daarom zoeken naar de acties die het nieuwe kabinet hierop onderneemt.
Deze column was sinds 5 september te lezen op www.energiepodium.nl en is geschreven op persoonlijke titel.