Misschien herinnert u zich de vorige Statenverkiezingen in 2019 nog wel. Vier jaar geleden werd Forum voor Democratie met 12 zetels in de Eerste Kamer de grootste van Nederland. Deze politieke verschuiving leek op het eerste gezicht een grote impact te hebben op de verhoudingen in politiek Den Haag en kabinet Rutte III. Van die impact bleek uiteindelijk weinig terecht te komen. Maar toch, de Eerste Kamer heeft een aanzienlijke invloed op regeringsbeleid. Die stemt uiteindelijk voor of tegen de nieuwe plannen van het kabinet. Beleid waar de Tweede Kamer al goedkeuring voor heeft gegeven. Grote verschuivingen in de verhouding in de Eerste Kamer hebben dus invloed op de stemming in de Tweede Kamer, zoals dit ook leek te gebeuren in 2019.
Het is daarom voor de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en de ChristenUnie van belang dat ze een meerderheid van de 75 Eerste Kamerzetels binnenslepen op 15 maart. Een mooi streven, maar het is een gegeven dat die meerderheid er niet in gaat zitten. Momenteel heeft de coalitie ook geen meerderheid in de Eerste Kamer en is dus afhankelijk van oppositiepartijen om een meerderheid te vinden voor nieuw kabinetsbeleid. Met de huidige verhoudingen lukt het dit kabinet om samenwerking te bewerkstelligen, maar de vraag is of de coalitiepartijen met de komst van nieuwe senatoren vaker water bij de wijn moeten doen. En als we de peilingen (Ipsos, 17 februari 2023) mogen geloven, is het antwoord op die vraag volmondig ja.
Wat zijn de verwachtingen?
Vier jaar geleden was Forum voor Democratie de verrassende winnaar van de Provinciale Statenverkiezingen. In de Tweede Kamer hadden ze op dat moment twee zetels en in de Eerste Kamer kwam ze na deze verkiezingen uit op 12 zetels. Onder het mom van ‘hardlopers zijn doodlopers’ viel deze partij door intern conflict uit elkaar en bleef er één senator over voor deze partij. De VVD blijft, onlangs veel kritiek op partijleider Mark Rutte, maar onder leiding van oudgediende Edith Schippers, stabiel in de peilingen (15 zetels). Deze luxe is niet voor iedereen weggelegd. Het CDA lijkt, net zoals bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021, af te stevenen op een flink verlies. Het electoraat van het CDA, dat vaak woonachtig is buiten de Randstad, lijkt bij deze verkiezingen te kiezen voor een nieuwkomer in de Eerste Kamer: De BoerBurgerBeweging (BBB) van Caroline van der Plas. Zij scoort hoog in provincies, zoals Overijssel, Drenthe en Gelderland.
Een andere rechtse factor op het politieke toneel is de PVV van Geert Wilders. Het is hem nog nooit gelukt om de grootste te worden van Nederland. Bij de vorige Statenverkiezingen moest hij bijna een halvering van het aantal zetels incasseren. Van negen naar vijf zetels. Dit leek het gevolg te zijn van de populariteit van Forum voor Democratie, waardoor veel PVV’ers de overstap maakten naar Forum. Vier jaar later lijkt het tegenovergestelde te gebeuren. Forum voor Democratie zakt in de peilingen weg naar twee zetels. De kiezers van Forum voorman Baudet lopen massaal weg en vinden hun heil bij de PVV, JA21 en BBB.
Rechts kan niet zonder links, en dat is in de politiek niet anders. Er gebeurt veel op de rechterhelft van het politieke spectrum, maar dat is niet minder op links. GroenLinks en de PvdA hebben voor de Eerste Kamer de handen ineengeslagen en zullen na de installatie één fractie vormen. In een interessant ontwikkeling, waarvan de uitkomst van groot belang is voor Rutte IV. De afgelopen jaren is er in de Eerste Kamer veel samengewerkt tussen de coalitie, GroenLinks en PvdA om meerderheden tot stand te brengen. Hoe groter deze partijen worden, hoe groter de uitdaging wordt voor Rutte IV om nieuwe wetgeving door de Eerste Kamer te loodsen. Door deze samenwerking is het de oppositie gelukt om bijvoorbeeld extra geld voor de kinderopvang vrij te maken en is het prijsplafond voor energie gerealiseerd.
De hete hangijzers
Wat een provincie doet is vaak niet zo zichtbaar. Het is de bestuurslaag die besluit over de dingen die te klein zijn voor het Rijk en te groot voor de gemeente. De provincie zorgt bijvoorbeeld voor een schone en veilige leefomgeving (externe veiligheid). Provincies verlenen vergunningen voor bedrijven die het milieu belasten en controleren hen. Ook t.a.v. de Nederlandse energievoorziening heeft elke bestuurslaag zijn eigen verantwoordelijkheid. Het Rijk bepaalt bijvoorbeeld waar en of er een nieuwe kerncentrale komt. De provincies beslissen over de locaties van windparken en zonnevelden, en de gemeenten plaatsen de laadpalen voor het elektrisch rijden.
De provincie moet momenteel keuzes maken over actuele maar ook gevoelige dossiers. Denk bijvoorbeeld aan de stikstofproblematiek. Het is aan de provincies de taak om met plannen te komen om de doelen voor stikstofreductie te halen. Een probleem wat de provincie op moet lossen, en dus voer voor campagne. Acht provinciale CDA-afdelingen en vijf provinciale VVD-afdelingen kiezen in het Kieskompas voor een stelling waaruit blijkt dat zij zich zullen verzetten tegen de landelijke plannen die betrekking hebben op het boerenerf. Dit wijst op onvrede, ook bij de coalitiepartijen in de provincies. Die onvrede resulteert in groeiende populariteit van BBB en mag, als we de huidige peilingen mogen geloven, een flink aantal Eerste Kamerzetels gaan bekleden.
Zeg je stikstof, dan gaat het ook over de natuur van ons kikkerlandje. Een belangrijke verantwoordelijkheid van de provincies is het onderhoud van natuurgebieden. Jaarlijks gaan er miljoenen naar deze gebieden. Een belangrijk thema voor de provincies, maar momenteel ook voor de verkiezingen. Want de wolf rukt op en dat heeft in een aantal provincies grote gevolgen voor boeren. Met de komst van nieuwe provinciebesturen kan het zomaar zijn dat de bewegingsvrijheid van de wolf drastisch ingeperkt wordt. Als het aan VVD, CDA, ChristenUnie, JA21, PVV en BBB ligt een mooie zet, terwijl partijen als GroenLinks, D66, PvdA, SP en PvdD de wolf liever te vriend houden en heten het dier van harte welkom.
We zouden het bijna vergeten, maar ook de waterschappen krijgen een nieuw bestuur na 15 maart. Een van de belangrijkste taken van het waterschap is het schoonhouden van oppervlakte- en grondwater. In 2027 moet het oppervlaktewater aan Europese milieueisen voldoen, de Kaderrichtlijn Water (KRW). Beide tussendeadlines van 2015 en 2021 zijn niet gehaald. Piet Verdonschot, hoogleraar Herstelbeheer Oppervlaktewater aan de WUR en UvA geeft in Trouw aan dat “het niet halen van de milieudoelen grote gevolgen kan hebben voor de vergunningverlening voor bedrijven die water onttrekken of juist lozen, de regels rondom mest en het gebruik van chemische middelen in de landbouw” (Trouw, 5 maart 2023). We horen misschien minder van de waterschappen dan andere bestuurslagen, toch zijn hun keuzes van groot belang voor Nederlandse bedrijven.
Hoewel stikstof en water vooral landelijke problemen zijn en het onderhoud van de natuur de verantwoordelijkheid is van de provincie, spelen er ook lokale onderwerpen een rol bij de verkiezingen van 15 maart. Zo is Noord-Holland het bevoegd gezag t.a.v. het tegengaan van overlast van Schiphol, gaat de provincie Zeeland over de schadelijke stof PFAS in het Scheldewater en speelt de Lelylaan een belangrijke rol rondom de verkiezingen in Flevoland, Drenthe en Groningen. Wat de uitkomst ook mag worden, één ding staat als een paal boven water. Mark Rutte zal met de oppositie moeten samenwerken om een meerderheid in de Eerste Kamer te kunnen realiseren. De vraag is echter, slaat hij na de verkiezingen op 15 maart en de installatie van de Eerste Kamer in mei links- of rechtsaf?