Op 12 december organiseerde Publieke Zaken haar eindejaarsbijeenkomst, die opende met een scherpe column van Remco de Boer. Als spreker mochten wij Jan Anthonie Bruijn verwelkomen, de huidige voorzitter van de Eerste Kamer en hoogleraar immunopathologie. Minder bekend is echter dat hij heeft meegeschreven aan verschillende verkiezingsprogramma’s van de VVD. Dat leverde een boeiende lezing over de beïnvloedingsmomenten van verkiezingsprogramma tot Eerste Kamer op.
De beïnvloedingsruimte is het grootst aan “de origo”, tijdens de totstandkoming van het verkiezingsprogramma dus. Volgens Bruijn is het niet onterecht dat lobbyisten zich vooral richten op de Tweede Kamer. Daar vindt immers het politieke proces plaats. De programmacommissies staan vaak echter open voor nieuwe ideeën en toch lopen lobbyisten de deur daar niet plat. Volgens Bruijn is dat een gemiste kans. Tegelijkertijd zit er ook een keerzijde aan dit beïnvloedingsmoment. Bruijn: “Iedereen vraagt om geld. Alleen vragen om geld gaat meestal snel in de oubliette.” Wil je opvallen bij een commissie, dan heb je een goed dekkingsplan nodig, aldus Bruijn.
Ook de behandeling van een wet in de Eerste Kamer vormt een goed beïnvloedingsmoment. Betrouwbaarheid en duidelijkheid zijn hierbij de sleutelwoorden. Eerste Kamerleden kunnen geen amendementen indienen, maar hebben wel beschikking tot het indienen van een motie. Deze moties kunnen oproepen tot een bepaalde interpretatie van een wet. Zo is het toch mogelijk om het politieke compromis dat in de Tweede Kamer is gesloten aan te passen.
Er was ook ruimte voor persoonlijke vragen. Bruijn lichtte toe dat hij als voorzitter van de Eerste Kamer niet alleen bezig is met procedures, maar ook spannende en indrukwekkende momenten beleeft. “Prinsjesdag was een prachtige ervaring om te doen,” zei Bruijn, “heel eervol”. Hij benadrukte dat hij als voorzitter het Parlement representeert. Dat maakt de baan volgens hem bijzonder.