‘Sweet Caroline’ klonk op 15 maart 2023 luidkeels in een bomvolle zaal in het Overijsselse Bathmen. Opgelucht feestende mensen vieren op de avond van de Provinciale Statenverkiezingen 2023 dat de BoerBurgerBeweging (BBB) de grootste is geworden. Niet alleen in Overijssel, maar in alle twaalf de provincies. Een monsterzege waar ook Caroline van der Plas, de voorvrouw van de BBB, niet op had gerekend. “Ik kan dit niet geloven. Ik sta helemaal te trillen”. Een begrijpelijke reactie, want nog nooit werd een politieke partij de grootste in alle twaalf provincies bij de provinciale statenverkiezingen. In deze column blikt Rik Edelenbosch terug op de verkiezingsuitslag en het formatieproces in de twaalf provincies dat volgde. Is het de BBB gelukt om hun electorale winst ook om te zetten in politieke en bestuurlijke verandering?
Verkiezingen winnen betekent verantwoordelijkheid nemen. De winnende partij krijgt namelijk het voortouw in het formatieproces dat volgt. Een grote opgave voor een nieuwe partij als de BBB, want als eenmansfractie in de Tweede Kamer heeft de BBB verder geen aantoonbare ervaring met het politieke spel dat formeren heet. Onervaren, maar met goede moed begon de BBB aan het onderhandelingsproces waarin het stikstofdossier bovenaan de agenda stond. De BBB wil de gedwongen uitkoop van boeren als optie van tafel en vindt het halen van de stikstofdoelen in 2030 onrealistisch en onacceptabel1. Een stellige positie om de onderhandelingen mee in te gaan, of blijkt het een gouden zet?
Een rondje provinciale velden
Op moment van publiceren op 28 juni zijn vijf provincies uitonderhandeld en zijn de coalitieakkoorden getekend, maar in de overige provincies worstelen de verschillende partijen met lastige en complexe dossiers, zoals de woningcrisis en het stikstofdossier. In Noord-Holland, Groningen, Overijssel, Drenthe en Utrecht zijn de onderhandelingen nog gaande. In Utrecht staat de BBB, ondanks een overwinning in deze provincie, langs de zijlijn. GroenLinks neemt hier het voortouw. Even was er spraken van witte rook in Friesland waar een coalitie tot stand leek te komen met BBB, PvdA, CDA en ChristenUnie. Niet veel later stapte PvdA eruit vanwege ontevredenheid over de bezuinigingen op cultuur en natuur2. Ook in Noord-Brabant leek de champagne al ontkurkt te kunnen worden. Een beoogde coalitie tussen BBB, GroenLinks, VVD en PvdA strandde in het zicht van de haven vanwege onenigheid over de deadline waarop alle veehouders in de provincie emissiearme vloeren geïnstalleerd moeten hebben3. Er komen nieuwe onderhandelingen, maar zonder de BBB. Naast Noord-Brabant, zit ook in Utrecht de BBB niet aan de formatietafel. In de overige tien provincies doet BBB enthousiast mee. In Flevoland, Gelderland, Limburg, Zuid-Holland en Zeeland is er zelfs al een coalitieakkoord gepresenteerd waar de BBB trots haar handtekening onder heeft gezet.
Over rechts in Flevoland, Zeeland en Gelderland
Een opvallende samenwerking in Flevoland. Daar slaan BBB, VVD, ChristenUnie, SGP en PVV de handen ineen. Veel kritiek levert de samenwerking met de PVV in ieder geval op, vooral bij de ChristenUnie. De fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Tweede Kamer, Mirjam Bikker, vindt de samenwerking ongemakkelijk. ‘Ik heb er een naar gevoel bij dat we samenwerken met een partij die de democratische rechtstaat ergens niet erkent’, aldus de ChristenUnie voorvrouw. Ook in Gelderland wordt de samenwerking gezocht aan de rechterkant van het politieke speelveld. Op woensdag 14 juni hebben BBB, VVD, CDA, ChristenUnie en SGP het coalitieakkoord gepresenteerd4. Een akkoord waarin de provincie zich tegen de gedwongen uitkoop van boeren uitspreekt en pleit voor de bouw van een kleine kerncentrale. Flevoland ziet geen ruimte voor nieuwe windmolenlocaties. Het is voor de provincie geen doel op zich om de koploperspositie op het gebied van windenergie te behouden. In Zeeland zoeken BBB, SGP, CDA en VVD de samenwerking op voor de komende vier jaar.
Brede coalities in Zuid-Holland en Limburg
In Limburg en Zuid-Holland zijn bredere coalities tot stand gekomen. Zo gaan in Limburg BBB, VVD, CDA, PvdA en SP de komende vier jaar samen besturen. Een mooi voorbeeld van een brede samenwerking tussen linker- en rechterflanken van het politieke voetbalveld. In Zuid-Holland hebben BBB, VVD, GroenLinks, PvdA en CDA hun handtekening onder een akkoord gezet. Opvallend, want in de Tweede Kamer lijken de BBB en GroenLinks op elk punt tegenover elkaar te staan. Niet alleen in Zuid-Holland zitten deze twee op het oog lijkende tegenpolen met elkaar aan tafel. Ook in Noord-Holland en Overijssel praten GroenLinks en BBB met elkaar om de problemen ten aanzien van stikstof, natuur en klimaat het hoofd te bieden. GroenLinks omschrijft zichzelf als dé klimaatpartij van Nederland5 en de partij voor de boer van de toekomst. Ze willen stoppen met grootschalige megastallen, willen investeren in lokale productie en kleine kringlopen, zetten in op 25% biologische landbouw en zetten de natuur voorop in het stikstofdebat. Ook mag er geen natuur verloren gaan als oplossing voor de woningcrisis. Daartegenover, de BBB: een partij die het boerenbelang vooropzet. Boeren weten zelf het beste wat goed is voor het land en de partij verzet zich tegen gedwongen uitkoop van boeren als oplossing om het stikstofprobleem op te lossen en de natuur te redden. Toch werken de twee samen. Waarom lukt dit wel in de provincie, maar niet op landelijk niveau?
Polderen in de provincie
Het meest voor de hand liggende antwoord: het Poldermodel. Het alsmaar zoeken naar de consensus en een oplossing die voor iedereen werkt zit misschien wel in het Nederlandse DNA. Dat betekent wel dat je soms wat water bij de wijn moet doen en genoegen moet nemen met een gedeeltelijk succes. Dit proces heeft zich precies afgespeeld in Zuid-Holland. Luisteren naar elkaar, overeenkomsten vinden en zelf met voorstellen komen hoe je elkaar tegemoet moet komen. Een schoolvoorbeeld van hoe je samenwerkt als je lijnrecht tegenover elkaar staat. Het doen van water bij de wijn klinkt logisch, maar misschien laat de samenwerking van GroenLinks en BBB in de provincie zien dat landelijke politici en bestuurders zich meer moeten realiseren dat het niet alleen maar roepen en soms schreeuwen is. Misschien laat deze samenwerking tussen tegenpolen zien dat meer meningen niet altijd leiden tot de juiste oplossing.