Eerder dan normaal komen de verkiezingen er weer aan, en dat heeft alles te maken met de val van het kabinet. Op 22 november mag Nederland weer naar de stembus, vanwege een intern conflict binnen Rutte-IV. De coalitie werd het niet eens over de kabinetsinzet op het gebied van asielbeleid. Hierdoor hadden de partijen uit de coalitie het gevoel niet langer samen te kunnen werken. Het kabinet viel en er staat inmiddels weer een nieuwe formatieperiode voor de deur. Daarom blikken we in dit artikel graag met u vooruit naar wat er nog te gebeuren staat in de periode tot aan het installeren van de nieuwe Tweede Kamer.
Maar laten we beginnen met een korte samenvatting van de afgelopen periode. Na de val van het kabinet hebben alle partijen, in een hoger tempo dan bij een normale verkiezing,hard gewerkt aan hun verkiezingsprogramma. De conceptverkiezingsprogramma’s van de meeste partijen verschenen in en rond de maand september. Het is zo dat, mochten partijen hun programma’s officieel willen laten doorrekenen, partijen hun maatregelenpakket op 29 september aangeleverd moeten hebben bij het CPB. Er bestaat dus geen harde deadline voor het inleveren van een verkiezingsprogramma, maar deze datum is wel een belangrijke om rekening mee te houden voor partijen die willen laten zien dat het financiële plaatje van hun visie ook hout snijdt.
De meeste partijen hebben na het presenteren van het conceptverkiezingsprogramma een partijcongres. Op dit congres kunnen leden stemmen over amendementen die ingediend zijn als reactie op het conceptverkiezingsprogramma, en over eventuele wijzigingen in de kandidatenlijsten, die ook in de weken voor het partijcongres bekend worden. Vervolgens publiceren de partijen hun definitieve verkiezingsprogramma’s. In sommige gevallen zijn er relatief veel veranderingen doorgevoerd, zoals bij het CDA, dat maar liefst 38 wijzigingen doorvoerde. In andere gevallen bleven de programma’s vrijwel ongewijzigd. Het staat partijen uiteraard ook vrij om geen conceptprogramma te publiceren, of überhaupt een congres te houden, het hangt er immers maar net af hoe de organisatie van een partij geregeld is. De PVV is bijvoorbeeld een partij zonder leden, en daarom zal bij hen geen sprake zijn van een congres waar wijzigingen kunnen worden doorgevoerd.
Verkiezingsreces
Sinds donderdag 26 oktober is het verkiezingsreces in de Tweede Kamer. Dit betekent dat er vanaf dat moment geen debatten meer gevoerd worden in de Tweede Kamer tot na de verkiezingen. Dat betekent echter niet dat de partijen op hun lauweren kunnen rusten. Tijdens het reces zal er namelijk hardvochtig campagne moeten worden gevoerd. Dat de partijen langzaamaan in de campagnemodus raken, was al te zien op de laatste dag voor het reces. Er werd die dag (en nacht) gestemd over tientallen moties en amendementen. Verschillende Kamerleden wisten zich bovendien sterk te profileren, het is immers fijn om op de valreep richting je achterban te kunnen communiceren welke toezeggingen je als partij van het kabinet hebt weten te ontfutselen.
Daarnaast zal het reces dat doorloopt tot de verkiezingen op 22 november voor de meester partijen in het teken staan van het opzoeken van de media. Veel lijsttrekkers zullen worden geïnterviewd op nationale televisie, op de radio en in de kranten. En hoewel er deze periode niet wordt gedebatteerd in de Kamer, zitten onze politici niet stil. Naast de verkiezingsdebatten die worden uitgezonden op televisie, en bekend zijn bij het grote publiek, worden er ook allerlei verkiezingsdebatten georganiseerd door bedrijven, brancheorganisaties en publieke instellingen. Deze debatten focussen zich doorgaans op een specifiek thema. Zo staan er bijvoorbeeld verschillende landbouwdebatten op de planning deze periode, maar ook debatten over water, klimaat en energie, zeehavens en dierenwelzijn.
Naar de stembus
Nadat de verkiezingsprogramma’s gepubliceerd zijn en de campagne gevoerd is, zullen Nederlanders zich richting de stembus bewegen. Als de uitslag van de stemming definitief is, en dat duurt tenminste 8 dagen, zal de nieuwe Tweede Kamer geïnstalleerd worden op 6 december 2023. Dit betekent echter niet dat er tot deze periode niet gedebatteerd wordt. Het verkiezingsreces loopt namelijk tot de dag van de verkiezingen, wat betekent dat de “oude Kamer” van 22 november tot en met 5 december nog tijd heeft om het debat aan te gaan.
De Formatie
Wat op dit moment ook veel aandacht krijgt is het formatieproces dat eraan zit te komen. Direct na de verkiezingen gaan partijen in gesprek met elkaar om te kijken wie er samen tot een regeerakkoord kunnen komen. Dit begint met het aanwijzen van een verkenner door de voorzitter van de Tweede Kamer. Deze verkenner wordt benoemd op basis van het advies dat de nieuwgekozen fractievoorzitters geven, en heeft als taak de verschillende coalitiemogelijkheden te onderzoeken. Er wordt met iedere fractievoorzitter besproken hoe zij de formatie voor zich zien, waarna de verkenner verslag uitbrengt over welke coalitie de meeste kans van slagen heeft. Deze stap in het formatieproces wordt de coalitievorming genoemd. De laatste tijd is er veel te doen geweest over de rol van de verkenner en wie deze zou moeten bekleden. Een motie om de Koning een rol te geven in deze fase van de formatie strandde onlangs in de Tweede Kamer, maar een motie om de verkenning te laten doen door een persoon ‘met afstand van de politiek’ kon wel op meerderheidssteun rekenen.
De verkenner zal na zijn of haar verslag een (of meerdere) informateur(s) benoemen. De informateur krijgt vanuit de Tweede Kamer de opdracht een specifieke coalitie te onderzoeken. Deze persoon zal dan dus de onderhandelingen van de beoogde coalitiepartijen begeleiden, en overziet daarmee de tweede stap in het formatieproces; de programvorming. Mochten de partijen er niet uitkomen met de onderhandelingen, dan keert de informateur terug naar de Tweede Kamer met slecht nieuws, wat betekent dat de Kamer een nieuwe opdracht geeft aan deze, of eventueel een nieuwe, informateur. Als de onderhandelingen wel slagen ligt er een vers regeerakkoord op tafel, waarna wordt overgegaan op de derde stap in het formatieproces; de portefeuilleverdeling. Partijen onderhandelen hier, nog steeds begeleid door de informateur, over wie een bewindspersoon mag leveren voor welke portefeuille. Mochten deze onderhandelingen ook tot een goed einde komen, dan komt de laatste stap in het formatieproces aan bod: de personele invulling. De formateur, meestal de beoogde minister-president, zal voorgedragen personen formeel vragen of zij willen toetreden tot het kabinet.
De regels voor bovenstaand proces staan niet verankerd in de Grondwet, en het grootste deel is dan ook gebaseerd op gewoontes. Er is in Nederland dan ook geen deadline voor wanneer een nieuwe regering geïnstalleerd moet worden, en dat betekent dat de formatieperiode veel tijd kan kosten. Als we vanaf 1946 kijken duren formaties gemiddeld 94 dagen. Echter, zoals uit de vorige twee formaties is gebleken, zijn er altijd uitschieters. De vorming van kabinetten Rutte-III en Rutte-IV zijn beide recordhouder voor de langste formatie, met een duur van respectievelijk 225 en 299 dagen.
Hieronder nog een keer een overzicht van alle belangrijke data, op volgorde:
29 september: Deadline inleveren conceptverkiezingsprogramma (Doorrekening CPB)
9 oktober: Deadline inleveren definitieve kandidatenlijst
26 okt. – 22 nov.: Verkiezingsreces
22 november: Verkiezingen
23/24 november: Start formatieproces
6 december: Installatie van de nieuwe Tweede Kamer
Nog niet bekend: Installatie van de nieuwe regering