De vaste Kamer commissie voor Economische Zaken en Klimaat buigt zicht momenteel over het rapport, zodat hierover een Kamerdebat kan worden voorbereid. De eerste stap die wordt gezet is een schriftelijke vragenronde op 23 maart. Tijdens de persconferentie liet voorzitter Van der Lee weten dat er eerst een debat in de Tweede Kamer zal plaatsvinden waarin de enquêtecommissie verantwoording komt afleggen. Tijdens de procedurevergadering van 7 maart werd duidelijk dat dit debat met de enquêtecommissie nog voor het meireces doorgang moet vinden. Het kabinet is momenteel bezig net het formuleren van een reactie. Dit zal nog tot mei duren, liet staatssecretaris Vijlbrief (D66) van Mijnbouw recent weten. Vlijbrief wil eerst met Groningse bestuurders, organisaties en burgers in gesprek voordat het kabinet met een officieel standpunt komt. Na het verschijnen van de schriftelijke reactie van het kabinet zal er opnieuw een schriftelijke vragenronde worden ingepland. Daarna volgt er een plenair debat tussen de Tweede Kamer en het kabinet, waarin eventueel politieke consequenties kunnen worden geveld. Dit debat zal na het meireces worden ingepland en plaatsvinden met de minister-president en de staatssecretaris Mijnbouw.
Het omvangrijke rapport telt bijna 2000 pagina’s en is zeer kritisch over het handelen van de Staat ten opzichte van de Groningers. Aan de hand van tientallen openbare en besloten verhoren en extensief bronnenonderzoek werd door de commissie vastgesteld dat financiële belangen stelselmatig boven de veiligheid en belangen van de bewoners van het aardgasgebied zijn geplaatst.
Geen exit-strategie
Volgens de commissie was de gaswinning dusdanig succesvol en lucratief voor zowel de overheid als de oliemaatschappijen dat er amper oog was voor de nadelige gevolgen voor omwonenden. “Er is veel gewonnen, maar er is ook veel verloren gegaan, waaronder vertrouwen”, zei commissievoorzitter Tom van der Lee tijdens de persconferentie. De eindsom is bekend: tegenover een totale opbrengst van €429 milard staan 1.615 bevingen, 267.000 schademeldingen en een versterkingsoperatie die nog zeker tot 2028 duurt. Dit alles brengt veel gezondheidsklachten voor Groningers met zich mee. De commissie verweet de deelnemers van het gasgebouw ervan niet te hebben nagedacht over een exit-strategie. Het gevolg is volgens de commissie dat de Staat en de oliemaatschappijen onafgebroken kunnen onderhandelen over de voorwaarden waaronder de afbouw van de gaswinning plaats kan vinden. Dit leidt tot onduidelijkheid en vertragen en is daardoor schadelijk voor de Groningers, zo stelt de commissie.
Leveringszekerheid
Leveringszekerheid heeft lange tijd een belangrijke rol gespeeld bij de besluitvorming over de gaswinning. De commissie signaleert dat leveringszekerheid in die besluiten en in de communicatie erover veelal als een vaststaand gegeven is beschouwd, terwijl deze in werkelijkheid met actief beleid te beïnvloeden is. Jarenlang zijn de Tweede Kamer en Groningers op het verkeerde been gezet met het argument dat de leveringszekerheid niet toestond dat productie verder omlaag kon, terwijl dat wel degelijk mogelijk was, zo stelt de commissie. Het argument van leveringszekerheid werd met andere woorden als rookgordijn gebruikt.
Weinig aandacht voor Groningen
Een andere opvallende conclusie: lange tijd hebben de exploitanten van het Groninger gasveld volgens het rapport bewust te weinig onderzoek gedaan naar de bovengrondse gevolgen van de gaswinning in Groningen “Het is voor de commissie moeilijk te begrijpen hoe zo’n belangrijk gasveld voor Nederland zo weinig, zo laat en ook nog eens door een beperkte groep experts (waaronder de exploitant) onderzocht is”. Een van de redenen dat de problemen in Groningen onderschat worden is volgens de commissie ook dat de rest van Nederland niet wist wat er speelde, of het niet serieus nam. Landelijke media hadden lange tijd niet voldoende in de gaten wat er aan de hand was in Groningen. Dit leidde ertoe dat de zorgen van de Groningers te lang niet serieus werden genomen.
Het gasgebouw
De kiem van de problemen, zo stelt de commissie, ligt bij de gekozen constructie van het gasgebouw, het samenwerkingsverband van alle partijen die bij de gaswinning betrokken zijn. De commissie noemt het gasgebouw star en gesloten. Het was het voor de buitenwereld, waaronder ook de Tweede Kamer, lastig om zicht te krijgen op de gang van zaken binnen het gasgebouw. De publieke partijen binnen het gasgebouw voelden zich volgens de commissie niet verantwoordelijk voor de bescherming van Groningen. Daarbij komt dat regeringsvertegenwoordigers in het gasgebouw lange tijd autonoom konden handelen. De strategie van het samenwerkingsverband onttrok zich grotendeels aan het blikveld van verschillende ministers van Economische Zaken en de Tweede Kamer werd meer dan eens onjuist of onvolledig geïnformeerd. De commissie signaleert dat de samenwerking in het gasgebouw, die de eerste decennia zo succesvol verliep, een blinde vlek had voor de belangen van Groningers. De cultuur van beslotenheid en korte lijntjes was zo sterk dat er onvoldoende ruimte was voor kritische geluiden uit de buitenwereld.
Politieke gevolgen
Maar welke (politieke) gevolgen heeft het rapport van de enquêtecommissie? Van oudsher draaien enquêtes niet alleen om waarheidsvinding, maar vooral ook om politieke verantwoordelijkheid. De praktijk is dat een zittende minister wordt aangesproken op eigen beleid en dat van voorgangers. Opmerkelijk is dat in de Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen de politieke ‘schuldvraag’ nauwelijks een rol speelt. De hoofdconclusie lijkt te zijn dat de gaswinning is uitgelopen op ‘een ongekend systeemfalen’ waarin publieke en private partijen betrokken waren en waarin de belangen van Groningers stelselmatig zijn genegeerd. De eerste stap die nu gezet gaat worden, is de behandeling in de Tweede Kamer. Dan zal ook blijken of de bevingen politieke consequenties krijgen, met andere woorden: stapt er iemand op? De commissie zelf ziet het niet als haar taak om daar een uitspraak over te doen. Van der Lee benadrukte tijdens de persconferentie wel dat staatssecretaris Vijlbrief (D66) van Mijnbouw, op dit moment verantwoordelijk voor het gaswinningsdossier, een goede reputatie heeft in Groningen. Dat hij zich een groot deel van zijn tijd in de provincie bevindt, wordt gewaardeerd.
Premier Mark Rutte (VVD) wordt door de commissie daarentegen niet gespaard. De minister-president heeft de ernst en urgentie van de problematiek lange tijd zwaar onderschat, zo stelt de commissie. Ruim vijf jaar na de beving van Huizinge (16 augustus 2012) besefte hij pas hoe groot het probleem is. Hij greep te laat in, aldus de commissie. Voor het overige brengt hij in zijn rol als minister-president geen wezenlijke verandering teweeg waar Groningen iets aan heeft. “Dat was gezien de voortslepende aard van de schade- en versterking problematiek wel op zijn plek geweest”. Vanaf 2013 vindt de besluitvorming over alle aspecten van de gaswinning plaats in de ministerraad, en valt dus onder verantwoordelijkheid van de minister-president. Uit het debat in de Tweede Kamer moet blijken of hier politieke gevolgen voor zullen zijn.
Het rapport is ook streng tegen de oud-bewindspersonen die verantwoordelijk waren voor de gaswinning. De ministers Henk Kamp en Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat (beiden VVD) hebben beiden flinke steken laten vallen. Deels kwam dit door de geslotenheid van het gasgebouw; hierdoor bereikte niet altijd alle relevante informatie de verantwoordelijke ministers. Volgens de commissie kunnen er vraagtekens worden geplaatst bij het feit dat bewindslieden hun ambtenaren hier niet scherp op bevroegen. Minister Wiebes, die de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie vanaf 2018 ernstig vertraagde is al afgetreden vanwege de toeslagenaffaire. Minister Kamp, als minister verantwoordelijk voor het besluit om in 2013 de winning niet direct af te bouwen tegen de adviezen van het Staatstoezicht op de Mijnen in, is ook al lang weg, net als de verantwoordelijke bestuurders uit een verder verleden.
Gevolgen oliemaatschappijen
Tijdens de persconferentie benadrukte Van der Lee dat de commissie er geen voorstander van is dat de NAM en haar aandeelhouders al hun verantwoordelijkheden in één keer afkopen, een route waar de oliemaatschappijen zelf juist wel op aandringen en waar ook het kabinet niet afwijzend tegenover staat. Volgens de commissievoorzitter is het onmogelijk om een eerlijke afkoopsom te berekenen. Bovendien wil hij niet dat de bedrijven er zo gemakkelijk van af komen. “De oliemaatschappijen moeten betrokken blijven bij het inlossen van de ereschuld”, zei hij. Volgens de commissie hebben de oliemaatschappijen daarnaast met hun verzoek in 2017 om een winningsplicht in te voeren, feitelijk hun zeggenschap over de ondergrondse voorraden afgestaan aan de overheid. De commissie noemt het stuitend dat de oliemaatschappijen na het besluit in 2019 om de gaskraan nog sneller dicht te draaien, een claim neerleggen bij de Staat voor de ongeveer 30 miljard kubieke meter gas die niet meer gewonnen kan worden ten opzichte van het afbouwpad uit 2018. De commissie roept de oliemaatschappijen op om af te zien van de claim op het resterende gas dat in Groningen in de grond blijft zitten.
Publiek-private samenwerking
Na de felle kritiek op het gasgebouw kan de commissie er niet omheen om zich uit te spreken over waarborgen voor meer transparantie in publiek-private samenwerking in de toekomst. Bij de publiek-private samenwerking van het gasgebouw zijn volgens de commissie duidelijke afspraken gemaakt over de verdeling van de opbrengsten. Over andere publieke belangen is destijds echter niets afgesproken. De commissie raadt de overheid aan om bij toekomstige publiek-private samenwerking expliciet een exit-strategie en alle publieke belangen in een overeenkomst te laten opnemen. De commissie raadt toekomstige samenwerkingsvormen ook aan om omwonenden een plek aan tafel te geven. De commissie schrijft dat naar verwachting het aantal ondergrondse activiteiten met mogelijk bovengrondse effecten in de toekomst zal toenemen, met projecten voor geothermie, ondergrondse CO2- en waterstofopslag, ondergrondse infrastructurele projecten en zoutwinning. Deze ontwikkeling noopt volgens de commissie tot een gerichtere overheidssturing op de inrichting van de ondergrond. De commissie raadt het kabinet bijvoorbeeld aan een beoordelingskader te ontwikkelen voor activiteiten van nationaal belang.
Schade en herstel
Om de situatie in onze provincie te verbeteren, komt de enquêtecommissie met tal van aanbevelingen. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij manieren om de schadeafhandeling en de herstelwerkzaamheden te versnellen en verbeteren. Als het gaat om de schadeafwikkeling, moet dat voor bewoners ‘milder, makkelijker en menselijker’ worden. Rutte liet tijdens de vaste persconferentie na de ministerraad op vrijdag 10 maart weten dat het kabinet naar verwachting een groot deel van de aanbevelingen zal opvolgen. Op de volledige reactie van het kabinet en de politieke consequenties van het enquêterapport is het dus nog even wachten. De Groningse politiek kwam al wel met een reactie. Zij eisen dat het kabinet uiterlijk in september met een plan van aanpak komt voor schadeafhandeling, versterking en perspectief voor de regio.
Lees hier het hele rapport van de parlementaire enquêtecommissie over de gaswinning in Groningen.
Conclusies
De hoofdconclusie in het rapport luidt: de belangen van de Groningers zijn structureel genegeerd bij de aardgaswinning in Groningen. Dit heeft voor hen rampzalige gevolgen.
De commissie zet deze hoofdconclusie uiteen in tien conclusies:
- De ernst van de problemen in Groningen is structureel onderschat;
- Geld is dominant bij besluiten over gaswinning;
- Leveringszekerheid is gebruikt als rookgordijn;
- De onveiligheid in Groningen duurt onacceptabel lang;
- Oliemaatschappijen profiteren van rolvermenging op ministerie van Economische Zaken;
- Het star en gesloten gasgebouw heeft weinig oog voor belangen van de buitenwereld;
- Gebrekkige schadeafhandeling brengt schade toe aan Groningers;
- Zwalkende versterkingsaanpak is fnuikend voor gedupeerde Groningers;
- Regionale bestuurders zijn niet bij machte om de belangen van Groningers werkelijk te behartigen;
- De kennisontwikkeling over het Groningenveld is doelbewust beperkt gehouden.
De commissie stelt dat Nederland zijn ereschuld aan Groningen moet inlossen. De belangen van Groningers moeten niet langer ondergeschikt zijn aan het belang van gaswinning: Groningers boven gas. De commissie doet daartoe in haar rapport elf aanbevelingen:
- Maak schadeafhandeling voor bewoners milder, makkelijker en menselijker;
- Geef bewoners snel duidelijkheid over de versterking;
- Bied toekomstperspectief aan de regio;
- Zorg dat er voldoende geld is voor alle toekomstige kosten;
- Versterk de rol van de toezichthouder;
- Vergroot de rol van het publieke belang binnen departementen;
- Versterk de positie van de Tweede Kamer;
- Geef toekomstige publiek-private samenwerking beter vorm;
- Versterk kennisontwikkeling over de ondergrond;
- Stuur op de ruimtelijke inrichting van de ondergrond;
- Een uitnodiging aan Groningers.